Over dood en verderf
Op de piek van mijn jetlag (want net terug van vakantie) staat een matineeconcert voor de deur. Jazeker. Namelijk een optreden van de Amerikaanse groep Heathen. De old school thrash (geschreven met een h na de t) metalfan weet dan genoeg: heerlijk klepperende dubbele basdrums, galoperende gitaarriffs en zang met gilletjes. En voor de kenners: veel arpeggio’s, down pulls, twin leads en break downs. Maar vooral een kleine zaal vol met kalende dertigers en veertigers die nog net zo hard drinken als in 1989 maar gezien de pijnlijke en tegenstribbelende gewrichten nu liever stilstaan dan eens lekker een uurtje flink tegen elkaar aan te beuken zoals dat vroeger gebeurde. De uitzondering op deze regel is de enige twintiger in de zaal die het wel waagt om van het podium te duiken. Dom van hem om dan te verwachten dat al die ervaren dertigers en veertigers je zomaar gaan opvangen. Dat terzijde. De anderhalf uur durende terugblik op onze muzikale jeugd was - jetlag of geen jetlag - de moeite waard. Kijk, we kunnen nu wel allemaal heel erg mindulnessachtig gaan doen alsof of je in het nu moet leven, de waarheid is dat als je een te gekke jeugd hebt gehad waarin muziek een essentiĆ«le rol heeft gespeeld, je een middag als deze met volle teugen ervaart. En dat voor maar 10 euro. Tijdens het wegkabbelende geluid van het laatste akkoord vertelde een blik op mijn horloge mij dat het pas half acht was. Tijd om terug te keren naar vrouw en kind. En dan te weten dat we tig jaar geleden om half acht pas begonnen met indrinken. Weemoed? Nee hoor. Half acht buiten staan betekent thuis nog even gezellig samen op de bank, de jetlag verwerken en kijken naar X-Factor terwijl mijn oren piepen en ik in mijn achterhoofd Heathen iets hoor brullen over dood en verderf.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten