De rommelmarkt

Een overmatige vrouw steekt een Belindafiltertje aan voor haar overmatige echtgenoot. Hij, gehuld in een bont en blauw shirt, inhaleert diep. Hij roept iets over het weer, zijn stem kraakt en zoekt een bereik dat jaren geleden geen probleem was geweest. Nu wel na jaren van roken alsof het een lieve lust is. Zij schatert het uit, noemt hem schatje. We wringen langs elkaar, wij en de honderden andere struiners die de stad telt. Allemaal bedenkelijke kleuren en smaken lopen in de rij, turend naar dertig jaar oud speelgoed, porseleinen namaak, kinderwagens waar vier generaties in hebben gekotst en gepoept. In de achtergrond mompelt Guus Meeuwis zingend over Brabant. Het galmt. Een jonge vrouw met ontelbaar veel kinderen gaapt. Twee setjes speakers steken hoog boven de frietkraam uit. Een jongetjesstem onderbreekt Guus en schalt over het terrein. “Test” roept hij. “Eenmaal. Test. Of Willem naar de diskjockeyafdeling wil komen. Marjolein is hem kwijt. Wil Willem naar de diskjockeyafdeling komen? Einde van dit bericht.” En dan de frietkraam zelf. Bron van aderverkalking en langs volgepropte puntzakken naar beneden druipende mayostromen. Links en rechts van de kraam hangen uitgezakte lijven in kunststoffen tuinstoeltjes, lijven die zich verkneukelen op 1.500 calorieën verzadigd vet. Ik zie ouwe rockers wachtend op bier, mannen met dubbele oorringen, drukbezette hemden en t-shirts, ik zie de flabberige bovenarm van een jonge vrouw waarin de naam ‘Jilano’ staat geprikt. Gezichten in het zonlicht, blinkend van het zojuist verorberde vet. Ik zie Polen met complete rekken en vazen. Er paraderen hippe dertigers langs op zoek naar snuisterijen voor in hun met design en vintage afgewerkte jaren dertig huizen. Ik zie hen die zich gehuld in hun zondags best, voortbewegen als adel. Een man in krijtstreep kijkt hunkerend naar zij die suggereert dertig te zijn maar in werkelijkheid vijftig is. Ze delen een glimlach: dat komt wel goed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten