Meelopers
Het volgende relaas is voor 100% gebaseerd op persoonlijke bevindingen en geenszins op bewijzen. Eventuele overeenkomsten met andere dispuuthuizen bestaan uit louter toeval.
Het is een zaterdagmiddag en het dispuuthuis op de hoek maakt zich op voor een bijeenkomst van soortgenoten. Ik zie ze arriveren, in clusters. De meesten van hen zijn rond de 20, gehuld in een valig blazertje met om hun nek een afzichtelijk ogende stropdas met diagonale banen blauw en rood.
Ze omringen een man van rond de 50, gestoken in eenzelfde uniform. Type Eugene Terre’ Blanche en waarschijnlijk het opperhoofd van de stam. Ik zie hoe hij minzaam lacht, alsof hij zijn zonen na jaren weer in zijn armen mag sluiten.
Omdat zijn uitstraling iets heeft van een witte boordencrimineel (lees: goed verzorgd maar met de verstillende blik van een manipulator) fantaseer ik erbij dat hij vandaag is vrijgelaten. Het beeld voor mijn ogen roept nog meer vervelende associaties op. Ik bedoel: jonge mannen met een eigen kretologie, symboolgebruik, een oudere leider, allemaal blank. Oei.
Er arriveren er nog meer. Ze zijn wat ouder dan de rest, waarschijnlijk al een paar jaar afgestudeerd. Gezien hun wrakkige voertuigen hebben ze nog niet bepaald de vruchten geplukt van het dispuut en de verenigingslobby die hun netwerk is.
Een van hen steekt arrogant de straat over alsof ze van hem is, peuk in zijn bek. Het glas verschraald bier in zijn hand plaatst hij op het dak van een willekeurige auto. Dit belooft weinig goeds voor de aanstaande nacht.
Vrouwen zie je er nooit. Het heeft ook weinig aantrekkelijks, zo’n groep mannen, gebukt onder een strikte hiërarchie en gehuld in kledij uit het reiskoffer van de VVD. Samen zijn het blaffende bloedhonden, eenmaal alleen zijn het mensenschuwe kleuters. Meelopers die elkaars schaduw nodig hebben om zich zo dicht mogelijk bij elkaar te scharen.
Wat die oude vent erbij doet is voor mij een raadsel. Zijn aanwezigheid zette mij wel aan het denken. Opeens moest ik denken aan de film American History X en aan hoe de eerste fascisten zich ooit verzameld moeten hebben in achterafsteegjes om daar hun politieke principes en aspiraties vorm te geven.
Iets tragisch heeft het wel, die dispuutwereld. Jonge mannen die om de een of andere reden niet sterk genoeg zijn om de wereld zelfstandig bij de lurven te pakken. Die alleen op hun bek gaan omringd door soortgenoten, maar nooit zelfstandig.
Jonge mannen die beïnvloedbaar zijn met de belofte van drank en de loyale bescherming van gelijkgestemden. Jonge mannen die alleen sterk durven te zijn in hun eigen kliek. Die zich afzonderen van de rest met hun eigen kinderachtige ritueeltjes.
Totdat je na je studie je eerste sollicitatiegesprek doet en de volgende vraag krijgt: Vertel eens. Wie is Jan-Hendrik als mens? Wat ga je dan antwoorden? Dat je een ruggengraatloos drankorgel bent zonder eigen mening met een beroerde kledingsmaak?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten