Of ik niet eens een keer naar haar kapster wilde gaan, vroeg vriendin R. enigszins dwingend. Immers, mijn kapsel leek elke keer bij terugkomst van mijn kapper op een paddenstoel, vond ze. En haar kapster kon dat wel fixen. Oh, is dat zo? De kapper waar de kapster van R. werkt is in de stad waar wij wonen nogal een opvallende verschijning. Een luxe hypermoderne boot in de haven die lijkt op een ruimteschip waar alleen maar mooie mensen in werken en heel veel. Het clientele bestaat uit de bonton van de stad en de verre omtrek, de nouveau chique (je kent ze wel, van de Gooise vrouwen-achtige verschijningen), mannen die om hun uiterlijk geven, mijn vriendin en ik sinds kort. Dat belooft wat. De service is er inderdaad om je vingers bij af te likken. Alleen, dat is aan mij niet besteed. Ik bedoel, mijn koffie kan ik heus wel zelf dragen, net als mijn jas ophangen. Ik ben dat niet gewend. Mijn kap- en kniphistorie bestaat uit thuiskappers, rock & rollkappers, kappers in kelders, kappers om de hoek en niet de tres chique kapper die mij aankijkt met een blik van: ach jongen toch, wat ben jij een leuke uitdaging. Ze kunnen beter eerst een introductiecursus geven in ‘hoe te gedragen in situaties die je niet gewend bent’, Hoe dan ook, mijn sinds kort nieuwe kapster voldeed met vlag en wimpel. Want daar draait het uiteindelijk allemaal om: hoe goed zit mijn haar voor het bedrag dat ik betaal om te knippen? Nou…ik zweer het. Voor de 30 euro die ik kwijt was, lijkt het zelfs alsof mijn manneninhammen weer volgroeid zijn. Tovenarij! Een nieuw mens rekende af, stapte fluitend naar buiten de regen en wind in, en zag in de weerkaatsing in het raam hoe zijn nieuwe haarstijl met de eerste de beste windvlaag er vandoor ging.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten