Naar de campus en snel een beetje

Mijn gezin en ik wonen in een stad. Een stad zoals alle steden, met haar eigen cultuur en verhoudingen. Een dolle boel. Als het land waarin we wonen een macrocultuur is dan is de stad waarin we wonen een mesocultuur. Dat zou betekenen dat de straat waarin we wonen een microdeel is van onze macrocultuur. En dat klopt als een bus. Er wonen in onze straat net als in de rest van Nederland gezinnen met kinderen, eenoudergezinnen, senioren, vrijgezellen, oudere gezinnen, allochtone gezinnen, vrijgezelle allochtonen (lees Polen), groepen, ongehuwde stellen, homoseksuelen, getrouwden en studenten. Een dispuuthuis vol zelfs.

De grote grap is dat van al die mensen die in onze microcultuur wonen niemand moeite heeft met elkaar of elkaar haat of elkaar het licht niet in de ogen gunt of last heeft van elkaar. Met uitzondering van de studenten. Daar hebben we allemaal last van. Niet dat ik wil generaliseren maar voor de beeldvorming ziet dat er als volgt uit: gladgeschoren knapen (geen vrouwen) die allemaal een paar kilo te zwaar en van mening zijn dat sociale regels niet voor hun gelden. Ze voelen zich als het ware verheven boven het reeds afgestudeerde gepeupel in hun straat.

Met de landelijke verkiezingen voor de boeg ben ik in een eruitgooistemming. Maar daar heb ik wel superheldenhulp bij nodig. Dus Geert, als we dan toch een bevolkingsgroep uit onze cultuur moeten gooien stel ik voor dat het de studenten zijn. De toekomstige leiders van ons land. Lees mee. Een verbod op gestreepte polo’s zou een goed begin zijn, gevolgd door een verbod op plakkerig schouderlang haar. Daarna transporteren we ze naar, wat ze in het buitenland ‘de campus’ noemen. Dat is een eufemisme voor ‘kamp’. Daar hebben ze alleen last van elkaar en kunnen wij – inwoners van de echte wereld – de vrede en veiligheid van onze microcultuur garanderen. En kan zoonlief J. deze zomer op de stoep spelen zonder te struikelen over de lege bierflessen van Jan-Jaap en Wouter-Evert of uit te glijden over de poel kots van Willem-Bastiaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten