De vakantieval

Ik hou immens veel van vliegvelden. Ze suggereren een soort portaal te zijn naar wat ik graag de ultieme bereikbaarheid wil noemen. Elke mogelijke bestemming in de palm van je hand. Hoe mooi is dat? Die suggestie is met name onafwendbaar als je op het punt staat terug te keren van je vakantie en je wederom, waarschijnlijk net als de jaren daarvoor, in de ‘vakantieval’ dreigt te stappen. Namelijk die van de twijfel. Want als je een paar weken losgeweekt bent geweest van je uitgekauwde repetitieve bestaan en je het alternatieve perspectief voor even hebt mogen meemaken, wil je dan eigenlijk nog terug? Zoek je dan niet een nieuwe gelijkaardige bestemming? Een volgende stap. Moet alles wat je bent en hebt misschien eens een keer binnenstebuiten gekeerd worden? Is je leven niet in zijn geheel een jetlag?

Al die vragen, ze worden ook wel het 30ers syndroom genoemd. Met name in de vele 30ers tijdschriften die er zijn. Ergens tussen je 30ste en 40ste bevindt zich namelijk een scharnier dat je ‘frivole niks aan de hand jaren’ wegdraait van je ‘ik heb alles voor mekaar, hier ga ik voor’ toekomst. Vreemd genoeg heb ik alleen last van dit syndroom vlakvoor en vlakna mijn terugkeer van vakantie. Ik zie de bestemmingen waar ik uit kan kiezen, ik lees mijn dromen en met enige weemoed en lichte treurnis stap ik in het vliegtuig dat mij naar de meest voor de hand liggende bestemming brengt die ik maar kan bedenken, namelijk naar huis. Waar overigens helemaal niks mis mee is. Maar toch. Over een maand word ik 40. Het twijfelen zou dan volgens de ongeschreven regels van het syndroom weg moeten zijn. Ik hoop van niet. Ik wil graag blijven twijfelen. Daarin verborgen zit de verandering die ik als mens nodig heb om te kunnen functioneren, om de deuren naar nieuwe kansen en onverwachte situaties te kunnen openen. Net als Kuifje. Het is dat of na een lang en traag leven te sterven in saaiheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten