Oud lijf op een camping in de Provence
Mij viel op dat het getal 40 al menigmaal is gevallen in mijn blogposts. Ook in het echte leven word ik er – overigens niet geheel vrijwillig - continue op gewezen dat ik ‘eraan ga’ zoals dat dan heet. Sinds kort weet ik ook waarom. Ontkennen dat 40 jaar oud worden me niets doet gaat niet langer meer. Mijn leeftijd heeft me op slinkse wijze ingehaald en dat raakt me meer dan ik dacht. Vooral in mijn rug. Rechts van het midden, een paar centimeter boven mijn bekken om precies te zijn. Een middag in het park zittend/houding zoekend op een deken is onmogelijk zonder de rest van de dag en de daaropvolgende dagen gebukt te gaan onder een verzengende pijn. Mijn van nature toch al niet zo meegaande lijf hapert, zoveel is inmiddels duidelijk. Deze – in lichamelijk opzicht - vervelende kronkelpartij in het park bracht mij een doembeeld vol klapstoeltjes. Als snel gevolgd door visioenen van opgerolde pantalonpijpen, campingboter uit blik en mannen van middelbare leeftijd die pijprokend hun kroost zien ravotten op de camping. Maar het werd nog erger. Opeens zag ik moeder de vrouw aan het afwasteiltje. Straks gekookte aardappels met jus, witlofsalade en een heerlijk stukje braadvlees had ze beloofd. Watertanden. “Plus ça change, c'est plus la même chose”, fluistert een Frans wijnboertje me toe. Dat is dus wat 40 worden is in mijn verbeelding. Een oud lijf zijn op een camping in de Provence. Ik weet het nu zeker, onze volgende auto zal lichtmetalen velgen hebben.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten