Het mannenverblijf
Ik las onlangs een stukje over het ‘mannenverblijf’. De plek waar je als man baas bent over je eigen bescheiden koningrijkje. Het ziet er (voor vrouwen) op de Marcel Wanders Mooizijnschaal nogal slonzig uit zo’n ruimte. Lees: het is een rommeltje. Ik ken mannen die in hun verblijf alleen maar lassen of wijn drinken. Sorry, wijn proeven heet het dan. Vaak is de ruimte in kwestie een tuinhuisje of een kelder. Een garage wil ook wel eens lukken maar die moet je dan wel delen met je vrouw/vriendin/vriend. En om dat laatste gaat het nou net. Je wilt die ruimte helemaal niet delen. Je wilt een plek waar de wereld zoals je hem elke dag al ontmoet, nou eens geen rol speelt. Vrouwen gaan daarvoor bij elkaar op de thee, mannen zoeken soelaas in hun eentje. In het mannenverblijf. Ik heb er ook een en ook ik deel de ruimte, met zoonlief J. Vooralsnog komt hij binnen, draait aan de knopjes van mijn gitaarversterker, mikt al mijn instellingen door elkaar en waggelt weer tevreden naar buiten. Hij is dan ook bijlange nog geen man maar een peuter. Een toekomstige man. Over een paar jaar, als hij zich eens wil onttrekken van de wereld, zal hij denken aan mijn kamertje dat, mocht het zover komen, al bestemd is voor zijn toekomstige broertje of zusje. Inderdaad, ik lig er al uit voordat ik er goed en wel in zit.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten