De snelheid van nieuwe media
Op de valreep
Een nogal tragisch kerstverhaal over een kansloos verliefde middertiger
Derde kerstdag. De winkels in de stad zijn wonderbaarlijk genoeg open. Lijkt waarachtig op een kerstwonder. In de goederenwinkels waren wij niet, wij waren in de filmwinkel. Om te huren, niet om aan te schaffen. Hij kwam binnen, haast geruisloos op de bel van de deur na. Ergens midden jaren dertig, lange wollen jas, nette leren schoenen. Type administratief medewerker. Beetje zenuwachtig was hij wel. Aandachtig keek hij om zich heen. In zijn ogen kon je een plan aflezen. Hij glipte om het rek met de nieuwe weekfilms heen, botste tegen vriendin R. aan en verontschuldigde zich uitbundig. Zweet op z’n voorhoofd. Als je zou willen zou je kunnen denken dat hij de filmwinkel ging overvallen. Pistool trekken en dan schreeuwen: “Ik wil dat lekkere ding dat hier zo vaak achter de kassa staat!” Maar het ging anders. Hij draaide een rondje om de nieuwe dagfilms en sloot direct voor ons aan in de rij bij de kassa. Damn, wat is het druk hier moet hij gedacht hebben. Zo keek hij in elk geval wel. Of ze wist waar The Prestige stond, vroeg hij aan de wat oudere vrouw achter de kassa (ouder vergeleken met het doel van zijn amoureuze plan). Daar, zei ze, bij de P. Zonder zich verder te bedenken duwde hij de wat oudere vrouw een envelop in de hand, kleur: Belastingdienst. Of zij dat aan haar jongere collega wilde geven. Dat lekkere ding. Dat laatste zei hij niet maar ik kom lang genoeg in de filmwinkel om te weten wie hij bedoelde. Zeg maar dat je het op de balie hebt gevonden, vroeg hij aan haar. Of ze wilde liegen over de herkomst van de envelop. De wat oudere vrouw wist zich geen raad. Een liefdesbrief met Kerst? Zij heeft niet meer zoveel aanbidders als vroeger, weet ze. En al die wanhopige mannen die radeloos en kansloos om haar jongere collega draaien, drukken haar helaas met de neus op de feiten. Gelukkig weet ze veel van films, spreekt ze zich dapper toe. De middertiger loopt opgelucht weg. Hij heeft het gedaan. Wat hij nog niet weet is dat zijn plan genadeloos zal mislukken. Hij is nummer 35 in de rij. Mannen draaien om het meisje heen als bankdirecteuren om bonussen. Jongetjes, getrouwde mannen, verstokte vrijgezellen, oude mannen, bankdirecteuren en middertigers. Ze is als Lorelei. De volgende keer als het meisje weer werkt zal ze glimlachen met de brief. Ze zal hem niet verscheuren maar naast zich neerleggen bij de andere brieven, kaartjes, telefoonnummers, huwelijksaanzoeken en doosjes chocolade. Zo aardig is ze volgens mij wel.
Dit gaat over poep
Het hebben over poep heeft tot aan de geboorte van J. nooit echt deel uitgemaakt van mijn things to do lijstje. Ik had bovendien met mezelf afgesproken nooit te gaan schrijven over iets infantiels en onbelangrijks als babypoep. Het is er nu eenmaal en het is er veel, deal with it. Na een week luiers verversen weet je niet beter. En toch, ik verbreek mijn eigen afspraak. Babypoep is namelijk geniepig, zo heb ik eigenhandig ontdekt. Alleen schrijvend kan ik er iets tegenover stellen. Bij deze.
Geniepig dus. Zolang het in de luier en op de billen zit is er niks aan de hand. Daar is het ‘locatieverwacht’, net als een koe in de wei. Niets bijzonders. Maar eenmaal uit de luier, bijvoorbeeld aan je hand, op je hemd of in je haar is het een ander verhaal. Daar hoort poep niet thuis en is het ineens iets dat daar zo snel mogelijk weg moet, gevolgd door een nietsontziende totale ontsmetting van lijf en leden.
Zoals onlangs. Ik trek de drukknopjes van de romper open en zie onmiddellijk de bruin doorweken randen van de luier. Ik had niet geroken dat hij gepoept had en dus – hij staat vaak alleen de laatste tijd – viel hij voordat ik het wel rook een keer of tien op z’n billen, de poep netjes verspreidend in de luier. En daarbuiten. Immers, ook de romper was aangetast. En toen gebeurde het. Poeh. De gedachte alleen al. En ik maar denken dat ik geen poeptrauma heb. Okay, als volgt. Ik trek zijn romper uit en vervang deze door een nieuwe. Zijn luier is dan al met de grootst mogelijke voorzichtigheid verschoont. Ergens in de wissel van vieze en schone romper raakt mijn vinger zijn rug en trekt een tot dan verborgen poepdeel mee omhoog dat aan mijn wijsvinger blijft plakken. Ik schrik. Dat hoort daar niet! What the F**ck is dit? Zoals ik zei: geniepig. Ik heb geen schone doekjes bij de hand om mezelf mee te verschonen, de luier is boordevol, wat te doen, wat te doen? Dus wapper ik met mijn hand en denk: niet slim. Vervolgens trek ik met mijn linkerhand een schone luier uit de la waarin ik mijn vinger grondig reinig. Vervolgens loop ik met deze hand omhooggestoken (en niets aanrakend om verdere contaminatie te voorkomen) naar de badkamer voor een goede spoeling van de betreffende vinger. De rest van de dag blijft de ‘poepvinger’ uit de buurt van mijn gezicht. De vraag is: stel ik me aan? Ik denk namelijk van wel. Kan ik er iets aan doen? Ik ben bang van niet.
Kerst bla bla bla
High on Fire
Tweede ronde
Goed zijn in één ding
Hoe hij klinkt als een zaal bakvissen
Gereedmaken voor vertrek
Me Tarzan
Nieuwe kapper
Of ik niet eens een keer naar haar kapster wilde gaan, vroeg vriendin R. enigszins dwingend. Immers, mijn kapsel leek elke keer bij terugkomst van mijn kapper op een paddenstoel, vond ze. En haar kapster kon dat wel fixen. Oh, is dat zo? De kapper waar de kapster van R. werkt is in de stad waar wij wonen nogal een opvallende verschijning. Een luxe hypermoderne boot in de haven die lijkt op een ruimteschip waar alleen maar mooie mensen in werken en heel veel. Het clientele bestaat uit de bonton van de stad en de verre omtrek, de nouveau chique (je kent ze wel, van de Gooise vrouwen-achtige verschijningen), mannen die om hun uiterlijk geven, mijn vriendin en ik sinds kort. Dat belooft wat. De service is er inderdaad om je vingers bij af te likken. Alleen, dat is aan mij niet besteed. Ik bedoel, mijn koffie kan ik heus wel zelf dragen, net als mijn jas ophangen. Ik ben dat niet gewend. Mijn kap- en kniphistorie bestaat uit thuiskappers, rock & rollkappers, kappers in kelders, kappers om de hoek en niet de tres chique kapper die mij aankijkt met een blik van: ach jongen toch, wat ben jij een leuke uitdaging. Ze kunnen beter eerst een introductiecursus geven in ‘hoe te gedragen in situaties die je niet gewend bent’, Hoe dan ook, mijn sinds kort nieuwe kapster voldeed met vlag en wimpel. Want daar draait het uiteindelijk allemaal om: hoe goed zit mijn haar voor het bedrag dat ik betaal om te knippen? Nou…ik zweer het. Voor de 30 euro die ik kwijt was, lijkt het zelfs alsof mijn manneninhammen weer volgroeid zijn. Tovenarij! Een nieuw mens rekende af, stapte fluitend naar buiten de regen en wind in, en zag in de weerkaatsing in het raam hoe zijn nieuwe haarstijl met de eerste de beste windvlaag er vandoor ging.
Over dromen
We hadden in de woonkamer een hele grote kale muur achter ons. Een wit doek, een blanco vel papier. Een kans eigenlijk, als je het terugredeneert naar wat het in essentie is. Goed, er moest iets op komen. Een witte, transparante woonkamer is mooi maar eigenlijk ook een beetje saai. Een schilderij dan maar? Nee, want: te pretentieus. Mooie, echte kunst is duur, reproducties zijn nep, de kunstuitleen is meestal gepruts, enfin. Zelf dacht ik aan graffiti, maar mijn vriendin R. is niet zo van de straatkunst. Een foto dan? We hebben er immers genoeg om uit te kiezen. Okay, dacht ik. Een foto op canvas. Maar welke en hoe groot moet hij worden? Ik had maar een voorwaarde: de foto moet een verhaal vertellen, zoals alles in het leven een verhaal moet vertellen. Want als iets geen verhaal vertelt heeft het geen inhoud en er is al genoeg luchtige niets toevoegende bullshit in de wereld. Uiteindelijk hebben we gekozen voor een foto die ik in Venice, Los Angeles heb gemaakt. Aan het uiteinde van de Verenigde Staten, een man van middelbare leeftijd met een te jonge fiets voor zijn leeftijd staat op een grasheuvel en tuurt naar de oceaan. Om hem heen leeft de wereld, maar hij staat voor even verstild in de tijd. Hij dagdroomt. Geen idee waarover, maar hij is echt, zijn dromen zijn echt. Daar gaat de foto over. Over dromen. Over de juiste kant op kijken, daar waar je werkelijk naartoe wilt, ook als er een oceaan tussen ligt.
